Wet conflictenrecht inzake ontbinding huwelijk en scheiding van tafel en bed
Wet van 25 maart 1981, houdende regeling van het conflictenrecht inzake ontbinding van het huwelijk en scheiding van tafel en bed en de erkenning daarvan, in verband met de bekrachtiging van de Verdragen van Luxemburg en 's-Gravenhage inzake erkenning van beslissingen betreffende de huwelijksband, onderscheidenlijk de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het mede in verband met de bekrachtiging van het op 8 september 1967 te Luxemburg tot stand gekomen Verdrag inzake de erkenning van beslissingen betreffende de huwelijksband (Trb. 1979, 130) en het op 1 juni 1970 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed (Trb. 1979, 131), wenselijk is regelen te geven met betrekking tot het conflictenrecht inzake de ontbinding van het huwelijk en scheiding van tafel en bed en de erkenning van buiten het Koninkrijk verkregen ontbinding van het huwelijk of scheiding van tafel en bed;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
1
Of ontbinding van het huwelijk of scheiding van tafel en bed kan worden gevorderd of verzocht en op welke gronden wordt bepaald
a
indien partijen een gemeenschappelijk nationaal recht hebben: door dat recht;
b
indien een gemeenschappelijk nationaal recht ontbreekt: door het recht van het land waarin partijen hun gewone verblijfplaats hebben;
c
indien partijen geen gemeenschappelijk nationaal recht hebben en niet in hetzelfde land hun gewone verblijfplaats hebben: door Nederlands recht.
2
Voor de toepassing van het voorgaande lid wordt met het ontbreken van een gemeenschappelijk nationaal recht gelijk gesteld het geval dat voor één van de partijen een werkelijke maatschappelijke band met het land der gemeenschappelijke nationaliteit kennelijk ontbreekt. In dat geval wordt het gemeenschappelijke nationale recht nochtans toegepast, indien door partijen gezamenlijk een keuze voor dit recht is gedaan of een dergelijke keuze van één van de partijen onweersproken is gebleven.
3
Bezit een partij de nationaliteit van meer dan één land dan geldt als zijn nationale recht het recht van dat land waarvan hij de nationaliteit bezit, waarmede hij alle omstandigheden in aanmerking genomen de sterkste band heeft.
4
Ongeacht de voorgaande leden wordt Nederlands recht toegepast, indien door partijen gezamenlijk een keuze voor dit recht is gedaan of een dergelijke keuze van één van de partijen onweersproken is gebleven.
Artikel 2
1
Een buiten het Koninkrijk na een behoorlijke rechtspleging verkregen ontbinding van het huwelijk of scheiding van tafel en bed wordt in Nederland erkend, indien zij is tot stand gekomen door de beslissing van een rechter of andere autoriteit aan wie daartoe rechtsmacht toekwam.
2
Een buiten het Koninkrijk verkregen ontbinding van het huwelijk of scheiding van tafel en bed, die niet voldoet aan één of meer van de voorwaarden in het vorige lid gesteld, wordt toch in Nederland erkend, indien duidelijk blijkt dat de wederpartij in de buitenlandse procedure uitdrukkelijk of stilzwijgend hetzij tijdens die procedure heeft ingestemd met, hetzij zich na die procedure heeft neergelegd bij de ontbinding van het huwelijk of de scheiding van tafel en bed.
Artikel 3
Een ontbinding van het huwelijk buiten het Koninkrijk uitsluitend door een eenzijdige verklaring van de man tot stand gekomen, wordt niet erkend, tenzij
a
de ontbinding van het huwelijk in deze vorm overeenstemt met de personele wet van de man;
b
de ontbinding ter plaatse waar zij geschiedde rechtsgevolg heeft; en
c
duidelijk blijkt dat de vrouw uitdrukkelijk of stilzwijgend met de ontbinding van het huwelijk heeft ingestemd of zich daarbij heeft neergelegd.
Artikel 4
1
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van het Staatsblad, waarin zij is geplaatst.
2
Deze wet is van toepassing op de erkenning van buitenlandse beslissingen inzake ontbinding van het huwelijk of scheiding van tafel en bed welke zijn tot stand gekomen na de dag van inwerkingtreding.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te Lage Vuursche, 25 maart 1981
Beatrix
De Minister van Justitie,
j
de Ruiter
Uitgegeven de negende april 1981
De Minister van Justitie,
j
de Ruiter